maandag 30 juli 2012

Korzeligheden van een motorrijder !


Ik hoor enkele lezers al reageren “ik erger mij als automobilist aan motorrijders, niet andersom”. U heeft gelijk, er zijn talloze motorrijders die de weg als circuit gebruiken. Toch wil ik die groep deze week snel vergeten en enkele ervaringen met u delen. Ervaringen die ik als (rustige) toerrijder heb met de automobilist.
Ik mag mij gelukkig prijzen met een vrouw te die het al 14 jaar goed vindt dat ik motor rijd. Vorige maand mocht ik er zelfs nog eentje aanschaffen van meer  recentere datum. Dus met de nieuwe aanwinst gelijk een ritje gemaakt naar Zuid-Frankrijk alwaar mijn dochter een huisje had gehuurd.  Mijn schoonzoon had (begrijpelijk overigens) geen bezwaren. Dus ik op pad. Onderweg heb ik mij een paar keer verwonderd over het gedrag van de automobilisten. “Is dat nou dommigheid of onwetendheid” vroeg ik mijzelf af. In ieder geval besloot ik mij in mijn column gewoon een keer te richten tot de automobilist. Misschien dat het helpt.
Heeft u wel eens in uw binnenspiegel gekeken voordat u de ruitensproeier van de auto bediende.  Dat is namelijk mijn irritatie nummer 1. Tijdens het ramenwassen gaat de meeste vloeistof over uw auto heen en komt in de helm van de achteropkomende motorrijder terecht.  Ja, het ruikt in ieder geval fris maar daar is ook alles mee gezegd. Het is vreselijk vies om dat spul in je ogen en mond te krijgen.
Nummer 2 hoort thuis in dezelfde categorie als nr. 1. Er zijn nog steeds automobilisten die in een auto roken. Uiteraard mogen ze dat helemaal zelf weten. Maar tijdens dat ritueel worden de peuken en vervaardigde as vaak achteloos uit het autoraampje of open dak  gegooid. Een vriend van mij heeft ooit eens een brandende peuk in zijn helm gehad. Je kunt je de gevolgen wel voorstellen. In een woord “ranzig”.
Van een geheel andere categorie is nummer 3. Normaal gesproken rijden motorrijders, qua snelheid, gewoon op met het overige verkeer. Behalve wanneer het hard regent, dan gaan ze op de rechter rijstrook  rijden en houden een aanzienlijk lagere snelheid aan.  Dat doen ze niet alleen vanwege de nattigheid op de weg, maar zonder ruitenwissers wordt hun zicht namelijk een stuk minder. Enige afstand tot het opspattende water van de voor hem rijdende auto  is daarom gewenst. Maar wat doet de gemiddelde automobilist. Die haalt je met een klein verschil in en voegt direct weer rechts in. Hiermee zet hij  de motorrijder in zijn opspattende water. Weg is dan mijn zicht en weg is dan ook mijn veilige gevoel.
Nummer 4 heeft ook met een veilig gevoel te maken.  Vooral rijdend in de bergen bij haarspeldbochten of bij bochten, zoals die van rotondes. Daar kan puin, zand of olie liggen. En wat dacht u van bosgedeelten waar gewaarschuwd wordt voor overstekend wild. Allemaal momenten waarbij de motorrijder minder risico zal nemen dan een automobilist. Zijn gevolgen zijn tenslotte veel  ernstiger. Enige afstand tot de u voorrijdende motorrijder is daarom gewenst. Meer nog dan bij een auto.
Zo, die puntjes ben ik even kwijt. Tot ziens op de weg. Reacties zie ik graag op mijn facebookpagina  PetorVerkeer.nl.


Geen opmerkingen: