dinsdag 26 januari 2010

Wegenbouwers zijn grote tovenaars


Er wordt keihard gewerkt aan het Nederlandse wegennet. En als weggebruikers spuien wij hierover graag ons ongenoegen. De wegenbouwers moeten het daarbij ontzien. Kranten staan er vol van. Claxonneren, middelvinger opsteken, schreeuwen en - ondanks de snelheidsbeperkingen - vooral hard blijven rijden.
Onlangs reed ik op de motor over de A2 naar het zuiden, richting Maastricht. In de omgeving van Eindhoven werd het aanzienlijk drukker op de weg. Er wordt daar flink aan de weg getimmerd. Opvallend was, dat ondanks de drukte, het verkeer doorstroomde. Misschien niet zo snel als ik gewild zou hebben, maar toch.
Ook op de A2 tussen Amsterdam Utrecht - daar waar de A2 de N201 kruist - wordt hard gewerkt aan wegverbeteringen. Een viaduct moet daar plaatsmaken voor twee nieuwe. En dan zijn er de werkzaamheden op verkeersplein Holendrecht en de klus bij Abcoude waar nieuwe op- en afritten in combinatie met een nieuw viaduct worden aangelegd. Zo zijn er nog enkele gigantische projecten aan te wijzen. Plots realiseerde ik mij dat op ieder project hardwerkende wegenbouwers hun uiterste best doen. Niet alleen de mannen die het asfalt leggen en de vangrail plaatsen , maar ook ingenieurs, viaductenbouwers, machinisten, plaatsers van de verkeers- en routeborden enz. enz. Tot de verkeersregelaars aan toe. Wat mij daarbij het meest opvalt is de creativiteit die de wegenbouwers tentoonspreiden. Het is indrukwekkend te zien hoe de werkzaamheden in etappes worden uitgevoerd. Viaducten, wegen, vangrail, verlichting, wegbewijzering en waarschuwingsborden, worden aangelegd, geplaatst en afgebroken terwijl het verkeer rustig door kan rijden. Op- en afritten blijven bruikbaar voor het verkeer. De rijstroken zijn soms wat maller maar de gehele route blijft vaak zijn oorspronkelijk aantal rijstroken behouden.vOnze wegenbouwers zijn grote tovenaars. Een opdracht uitvoeren en gelijktijdig het verkeer doorgang laten vinden. Chapeau!

maandag 4 januari 2010

Overheid jaagt motorrijders de auto in


Motorrijden wordt steeds populairder. Inmiddels zijn we in dit land met zo'n 700.000 mensen die het gevoel van vrijheid omarmen. Ik vraag me echter af hoe lang zij nog van dat gevoel kunnen genieten, want ik heb het idee dat de wegbeheerders in Nederland niet erg zijn gesteld op de motorrijders. Dagelijks rijd ik zelf op mijn motor - een BMW R1100RT - zo'n 11 kilometer over de drukke provinciale weg N201. Niet omdat ik het elke dag weer een feest vind, maar vanwege de bittere noodzaak. De N201 is geen autoweg. Het is een gewone drukke tweebaans provinciale weg. Iedereen uit mijn omgeving die op Schiphol of bij de Aalsmeerse bloemenveiling werkt, kan niet anders, dan met eigen vervoer reizen. Vanuit de provincie Utrecht is het namelijk onmogelijk om met het openbaar vervoer om 6 uur in de ochtend op tijd op je werk te zijn. Om die reden kiezen de meeste voor de auto. Met als gevolg, flinke files in de ochtend- en avondspits. Ik heb nog de keuze. Maar het ligt voor de hand om niet met de auto te reizen. De vraag is echter hoe lang ik dit nog kan volhouden. De voordelen van het motorrijden worden kilometer voor kilometer door de overheid weggevaagd. Een voorbeeld: tussen Aalsmeer en de A2 - een afstand van zo'n 20 kilometer - is de onderbroken middenstreep op deze tweebaansweg vervangen door twee ononderbroken strepen. Inhalen is voor de motorrijders hierdoor onmogelijk zonder een overtreding te begaan. Tenzij de, in te halen, automobilist zo vriendelijk is uiterst rechts te gaan rijden en ruim baan te maken. Inhalen mag, zolang je maar niet over de doorgetrokken streep rijd. Doordat in het hele land steeds vaker twee ononderbroken lijnen naast elkaar worden gelegd is iedere rijbaan smaller geworden. De mogelijkheid om voor een motorrijder een gaatje te maken is daarmee kleiner geworden. Hiermee is mijn verhaal nog niet af. Niet alleen motorrijders kunnen moeilijker inhalen. Ook automobilisten zijn steeds vaker verplicht achter brommobielen, tractoren, combines en andere rijdende werktuigen te blijven hangen. In het gunstigste geval rijd je achter een brommobiel. Die mag nog 45 km/u. Landbouw voertuigen blijven op max. 25 km/u steken zolang de bestuurders zich aan de wet houden. Met al die - dubbele - doorgetrokken strepen en langzaam verkeer kom ik met mijn motor vaak niet boven die 25 km/u uit. Een snelheid om gek van te worden. Vooral achter en naast de uitlaten van de vrachtauto's. Ik denk dat ik voor het woon- werkverkeer maar weer de auto pak. Dan worden de files wel langer maar zit ik in ieder geval droog en warm. Overheid bedankt.